Ooggetuigenlezingen op 4 mei
Herinneringscentrum Kamp Westerbork
Wanneer: 4 mei 2022 00:00 - 4 mei 2022 23:59
Waar: Oosthalen 8 9414 TG Hooghalen
Op 4 mei vertellen ooggetuigen Thijs van Rees en Hans Peeper hun persoonlijke verhaal in het museum van Kamp Westerbork om 13:30 en 15:00 uur. De moeder van Thijs overleeft kamp Westerbork en Bergen-Belsen. Hans komt als 3-jarig jongentje in kamp Westerbork en later Bergen-Belsen terecht. De lezingen vinden plaats in de Grote Zaal.
Thijs van Rees
13:30 - 14:30 uur
De Rotterdamse Thijs van Rees komt er pas op zijn 14e achter dat hij Joods is als zijn tante hem dit vertelt. Wanneer hij zijn moeder ernaar vraagt vertelt zij hem dat ze na de oorlog besloten hebben er om hem niet Joods op te voeden zodat niemand hem zou herkennen als Joodse jongen en hij nooit hoeft mee te maken wat zij heeft meegemaakt. “Mijn moeder is op haar 16e wees geworden, ze heeft als kind het ergste moeten meemaken wat een mens kan ervaren.”
De moeder van Thijs wordt geboren in mei 1928 in Rotterdam. Haar ouders hebben een tapijtfabriek in Oss. Als de Joodse Rotterdammers het steeds moeilijker krijgen, verhuist het gezin naar Den Haag.
Als de moeder van Thijs 14 jaar oud is wordt ze samen met haar familie opgepakt en naar Kamp Vught gebracht. Een maand later gaan ze op transport naar kamp Westerbork. Ondanks de vrijstelling die haar vader geregeld had, werd de familie op 1 februari 1944 toch op transport gesteld naar Bergen Belsen. De omstandigheden in Bergen Belsen waren erg slecht; het kamp was overvol, er was tekort aan eten en drinken en er braken ziektes uit. De opa van Thijs overlijdt in maart 1945, zijn oma tien dagen na de bevrijding.
Hans Peeper
15:00 - 16:00 uur
Hans Peeper komt in 1943 als 3 jarig jongetje uit Amsterdam samen met zijn vader en moeder in kamp Westerbork terecht. Hoewel dit voor kleine Hans rustig verloopt, voelt hij elke dag de angst die er heerst. Na een verblijf van bijna een jaar in Westerbork worden Hans, zijn vader en zijn moeder gedeporteerd naar concentratiekamp Bergen Belsen op 15 maart 1944. Bij aankomst worden zijn vader en moeder van elkaar en van Hans gescheiden. De omstandigheden in het kamp zijn erbarmelijk. “We kregen heel slecht te eten. Ik was voortdurend bang, er was vaak luchtalarm, het was er koud en vies.”
Vader moet hard werken, wordt mishandeld door de nazi’s en komt uiteindelijk in de ziekenbarak terecht. Vier maanden voor de bevrijding sterft moeder wegens uitputting, ziekte en ondervoeding. De inmiddels 5-jarige Hans mag zijn dode moeder nog één keer zien, wat hem een levenslange traumatische herinnering oplevert.
De oorlog heeft een grote invloed op het verdere leven van Hans. Maar Hans wil geen oorlogsslachtoffer zijn. “Mijn vader zei altijd: niet achterom, maar vooruit kijken!”